9
Je kunt een vat niet dragen en boordevol houden.
Een zwaard wetten en zijn scherpte testen, kan men niet lang volhouden.
Een zaal vol goud en goed kan niemand beschermen.
Trots zijn op rijkdom of eer veroorzaakt ondergang.
Je na prestaties en volgende eer terugtrekken:
dat is het hemelse TAU.
en de aardige geitjes.