14
Wat gewoon is, ziet men over het hoofd.
Wat we niet horen wanneer we luisteren, noemen we zeldzaam.
We streven naar precisie, maar bereiken het niet.
Deze drie zijn niet te begrijpen.
Daarom smelten zij samen tot een geheel.
Onthuld is het niet verbijsterend.
Verborgen is het niet duister.
Oneindig kan niet gedefinieerd worden.
Het gaat terug tot Niet-zijn.
Het heet de vorm van het vormloze.
En het beeld van Niet-zijn.
Men noemt het een mysterie.
Als je het ontmoet, zie je niet de voorkant.
Als je het volgt, zie je niet de achterkant.
Door je te houden aan de TAU van het verleden,
wordt je meester over het bestaan in het nu,
en kun je de oorsprong van het verleden kennen.
Dit noemt men de sleutel tot de TAU.
en de aardige geitjes.