24
Wie op zijn tenen staat, staat niet stevig.
Met de benen gespreid, kan men niet lopen.
Een mens die zichzelf ten toon stelt, kan niet schitteren.
Een mens die zichzelf goedkeurt, wordt niet opgemerkt.
Een mens die zichzelf beroemt, maakt zich niet verdienstelijk.
Een mens die zichzelf verheerlijkt, spant zich niet meer in.
en de aardige geitjes.